Het sprookje van de adelaarEr was eens een kippenboer die hield van rotsklimmen. Op een dag, bij het klimmen, zag hij een groot nest met 3 grote eieren erin. Adelaarseieren. Hij wist wel dat het niet ecologisch was en allicht illegaal, maar de verleiding was te groot. Toen de moeder adelaar even niet in de buurt was, stopte hij één ei voorzichtig in zijn rugzak. Weer thuis, op zijn boerderij, legde hij het ei in het kippenhok. Die nacht zat de moederkloek op het gigantische ei. Ze was fier als een gieter en de haan was ook heel trots op zichzelf. Toen de tijd rijp was brak de schaal en kwam de baby adelaar te voorschijn. “Mama!” schreeuwde hij. De adelaar groeide op met zijn broertjes en zusjes kuikens. Hij leerde alles wat kippen doen: kakelen, in de grond scharrelen op zoek naar graantjes, wild met de vleugels slaan om een klein stukje te vliegen en snel weer op de grond te crashen in een hoop stof en pluimen. De adelaar was er absoluut zeker van dat hij een echte kip was. Op een dag keek de adelaar-die-dacht-dat-hij-een-kip-was naar boven. Hoog in de lucht vloog een adelaar, die nauwelijks zijn krachtige vleugels bewoog, moeiteloos gebruik maakte van de thermiek. “Wat is dat?” vroeg de adelaar vol ontzag. “Het is prachtig. Zo veel kracht en elegantie. Een kunstwerk in beweging!” “Dat is een adelaar,” zei zijn moeder. “Dat is de Koning van de Vogels. Het is een vogel van de lucht. Maar wij, wij zijn maar kippen, wij zijn vogels van de aarde.” En zo leefde en stierf de adelaar als een kip, omdat hij dacht dat hij maar een kip was. Ik vond een andere versie* van dit zelfde sprookje: Tijdens zijn dagelijkse bergwandeling vond een jonge boer in een verlaten nest een ei van een adelaar. Hij nam het ei mee naar zijn erf en legde het tussen de broedende kippen. Toen één van de kippen het ei uitgebroed had, groeide de adelaar op tussen de kuikentjes. Hij kakelde er lustig op los, voedde zich met graankorreltjes en insecten en voelde zich veilig en geborgen in het gezelschap van andere kippen. Toen een vriend op bezoek kwam en opmerkte dat die grote vogel in het hok geen kip was, maar een adelaar antwoordde de boer: 'Ja, dat klopt. Maar ik heb hem opgevoed als een kip en nu is hij dus een kip.' De bezoeker repliceerde: 'Neen, met zijn gigantische vleugelspanwijdte, het hart en het bloed in zijn aderen van een adelaar is hij nog altijd een adelaar die hoog in de lucht thuishoort.' 'Toch niet,' zei de ander, 'hij is opgevoed als een kip en is dus een echte kip. Hij zal nooit als een adelaar vliegen.' Ze besloten de proef op de som te nemen. De vriend zette de adelaar op de nok van het hok en bezwoer hem te vliegen. De adelaar keek om zich heen, zag de hoenderen in de veiligheid en geborgenheid van het vertrouwde hok de graankorreltjes oppikken en de insecten verorberen, en sprong naar beneden om zich bij hen te voegen. 'Ik heb het je gezegd,' sprak de jonge boer, 'hij is opgevoed als een kip en is dus een kip. Nooit zal hij het luchtruim beheersen.' 'Toch wel. Ik probeer het morgen opnieuw. Hij heeft de wil en de kracht van een adelaar en hij zal vliegen.' De volgende ochtend nam hij de adelaar mee naar een prachtige bergtop, ver weg van de andere dieren en het erf waar hij opgegroeid was. Het was een schitterende dageraad met de goudkleurige bergen verlicht door de opkomende zon. Hij hield de adelaar hoog in de lucht en sprak met krachtige stem: 'Adelaar, je bent geen kip. je bent een adelaar, koning der vogels. het is je roeping de hemel te verkennen. Spreid je wieken uit en vlieg!' De adelaar trilde over zijn koninklijke lichaam. Na een onzekere aarzeling spreidde hij langzaam zijn geweldige vleugels en steeg, met de allesoverheersende kreet van een adelaar majestueus op in de helder blauwe tintelende ochtendlucht. Hij vloog immer hoger, zijn scherpe blik gericht op de zon, en keerde nimmer terug ...
* Bron verhaal: ongekend, geïnspireerd op 'Hoe passie je leven redt', M. Morel.
1 Opmerking
Nele Vervenne
1/9/2017 09:59:56 am
Ida,
Antwoorden
Laat een antwoord achter. |
|